Toen ik als puber de weg tussen Beek en Ubbergen beklom, zag ik me strijden om het kampioenschap van Nijmegen, het kampioenschap van Gelderland en het kampioenschap van Nederland. Alledrie de kampioenschappen werden verreden in een beklimming. In de aanloop probeerde ik mij te sparen. Afdalen vanaf het Trajanusplein, inhouden op de glooiende weg naar Beek. De beklimming begint bij de bushalte, bocht naar rechts. Het begin is niet heel steil, 7-8%. Even uit het zadel en wennen aan de nieuwe cadans. Langzaam neemt het hijgen toe. De laatste 200 meter zijn steil en lopen over klinkers. Uit het zadel, alles eruit persen, bovenop ligt de streep. Ik keek een paar keer om, maar zag niemand komen. De overwinning is van mij!
Uithijgend tegen het verkeersbord kom ik weer op aarde. Ik kijk schichtig rond om te zien of iemand mij heeft zien dagdromen. Even was ik wielrenner. Stiekem.
Onderstaand een test. Met name bedoeld voor het onderscheid tussen wielrenners en roeiers, vooral ook om Jesse de Metz tegemoet te komen. Dat onderscheid is natuurlijk ook te maken door goed naar het eelt op de handen te kijken, maar tijdens het fietsen is dat onmogelijk. Bij een score van lager dan -4 ben je een roeier, bij een score van +4 een wielrenner. Daar tussenin kan je nog alle kanten op.
- Je benen zijn geschoren: 1 punt
- Je benen zijn ook in de winter geschoren: 5 punten
- Je vindt geschoren benen vies: -3 punten
- Je houdt van bruine, glimmende mannenbenen: 2 punten
- Je fiets is altijd schoon: 1 punt
- Je fiets is altijd vies: -3 punten
- Aan het eind van een fietsdag staat er altijd de afdruk van een kettingblad in je kuit: -3 punten
- Je geeft per jaar meer uit aan je fiets dan aan je auto: 2 punten
- Je favoriete tv-stem is die van Karl van Nieuwkerke: 2 punten
- Je huidige buitenbanden zijn ouder dan 12 maanden: -2 punten
- Je geeft niets om kou of regen: -2 punten
- Je kent het verschil tussen bracketpot en achterpat: 2 punten
Graag hoor ik uitgebreide kritiek en de resultaten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten