Harry Koene

Mijn foto
Netherlands
Fietsfreak, mooi-weer fietser. Liefst bergop, maar op vlakke beter. Zelfbenoemd EPO-kenner

donderdag 28 april 2011

Het gezicht van doorzettingsvermogen

Afgelopen weekend vond een traditioneel fietsweekend plaats. Sinds halverwege de jaren negentig verdwijnt elke Pasen een man of 15 naar Limburgse of Belgische heuvels om daar fanatiek te fietsen. Met het stijgen van de leeftijd van de deelnemers lijkt het fietsfanatisme iets af te nemen. Waar we vroeger nog om negen uur stonden te trappelen om zoveel mogelijk kilometers te maken, begint de dag nu meestal met een copieus ontbijt. De werkelijke start wordt daarna nog wat langer uitgesteld, omdat velen nog uitgebreid aan de fiets moeten (laten) sleutelen. De hoeveelheid gereedschap die mee gaat stijgt elk jaar en is inmiddels indrukwekkend.

Albert is een vaste deelnemer. Sterker, Albert is de Grote Instigator. Sinds zijn huwelijk in 1998 is hij belast met de organisatie van het onderkomen en hij kwijt zich trouw van deze taak. Het is voor hem geen straf. Hij hunkert naar de competitie. Dit jaar had hij een plek vlakbij Oudenaarde uitgekozen, op de heilige Vlaamse kasseien.

Albert is een doorzetter. Hij heeft regelmatig te maken met kleine tegenslagen, die vrijwel altijd door hemzelf worden veroorzaakt. Zo kon hij eens niet meerijden in een wedstrijd omdat hij zijn wielen was vergeten. De Redoute moest tijdens een aflevering van L-B-L eens beklommen worden op het buitenblad omdat hij afgezien had van onderhoud aan de versnellingskabels (beklimming van de Redoute op het buitenblad is onmogelijk, Albert maakte er een fraaie wandeling van). Een door hem geliefde Colnago ging verloren omdat hij teveel vertrouwen had in zijn buurtgenoten in Amsterdam-Oost en zijn fiets onbeheerd (en zonder slot) achterliet op straat. Albert blijft vrolijk. Met een glimlach vervangt hij op de meest onaangename momenten zijn tot op de draad versleten buitenbanden en vol trots vertelt hij over zijn avonturen in Italië na het ter ziele gaan van zijn auto in Duitsland.

Het Paasweekend is voor Albert pas geslaagd als hij ergens als eerste bovenkomt en als daar een hete strijd aan vooraf gegaan is. Dat was nog nooit gebeurd. Een enkele keer passeerde hij als eerste een beklimming, maar zaten zijn concurrenten rustig te keuvelen en betrof het een helling zonder naam. Albert trainde en trainde. Reed elke week zijn wedstrijden, jaar in jaar uit. Hij werd sterker en praatte daar ook veel over. Vroeger kon je hem nog wel eens uitgeteld op de grond bij Ouderkerk a/d Amstel zien liggen, na een 'volle bak' gereden Ronde Hoep. De laatste jaren reden we hem niet meer los.

Albert werd op zaterdag overal verslagen, ondanks veelvuldig aanvallen. Kluisberg, Knokteberg, Kwaremont, Paterberg, Koppenberg: tevergeefs. Maar Albert hield vol. Op zondag kwam hij dan eindelijk als eerste boven op de Molenberg. Zijn getekende gezicht klaarde op. Wij genoten. Hij schreef geschiedenis.

vrijdag 15 april 2011

Finale AGR 2007

Finale Amstel Gold Race 2007: Valverde, Di Luca, Schumacher, Rebellin, Kessler en Boogerd. Wat hebben zij (bijna) gemeen?


woensdag 13 april 2011

Warme deken

Warme dekens zijn er in verschillende soorten en maten. Een hand op een schouder, een sms-je, een telefoontje. Het gaat bij warme dekens niet om inhoud, maar om timing en toon.

Op 23 maart 2011 brak ik mijn sleutelbeen nadat ik al fietsend onaangenaam in aanraking was gekomen met een brommer. De diagnose was vlot gesteld, ik schreef er al eerder over (http://hkoene.blogspot.com/2011/04/het-spreeuwengen.html). Dat ik een fanaticus ben wist ik al langer, maar ik schrok toch van mijn gedachten in de eerste paar seconden na het ongeluk. Het was namelijk niet zozeer de breuk die mij zorgen baarde. Dat zou wel goed komen: plaatje erop en klaar! Nee, het eerste waar ik aan dacht was het onvermijdelijke verlies aan conditie waardoor de Dolomieten-week in juli mogelijk problematisch zou worden. Het tweede waar ik aan dacht was het verlies van mijn tijdritfiets. Hij lag midden op de weg. Ik liep er naar toe en zag dat het frame op drie plekken gebroken was. De derde gedachte volgde zeer kort op de tweede en was troostend: ik kon weer een nieuwe fiets kopen. Nuchtere analyse.

Een half uur later lag ik op de Spoedeisende Hulp. Ik had het koud. De adrenaline was langzaam aan het wegebben en ik begon onbedaarlijk te bibberen. Mijn nuchterheid bevroor. Ik had behoefte aan een warme deken en wilde mijn lief bellen. Geen bereik. Gelukkig lag ik in Nieuwegein. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft grote expertise op het gebied van warme dekens. Simpel denken is het devies. Wat is de ultieme Warme Deken, de moeder aller Warme Dekens? Ik werd er elke 10 minuten ongevraagd op getrakteerd.



vrijdag 8 april 2011

Tijdrit DSVA2011

Niemand houdt van tijdrijden. Het is ook vreselijk. Jezelf naar de sodemieter rijden, waarbij je pas na afloop weet hoe goed je het er vanaf hebt gebracht. De waarom-vraag stijgt in de eerste kilometer al op vanuit de verzuurde bovenbenen. De kunst is om de vraag ter hoogte van het ruggenmerg tegen te houden. Zodra de hersenschors bereikt is, stokt het tempo. Een journalist vroeg eens na afloop van een tijdrit aan Miguel Indurain of het lekker was gegaan. Miguel vond dat een extreem domme vraag: "Tijdrijden is nooit lekker, doet altijd pijn". Toch is tijdrijden de eerlijkste manier van wielrennen. Geen tactische spelletjes, geen verstoppertje spelen. Gewoon kijken wie de beste benen en het grootste hart heeft.

Afgelopen zaterdag 2 april werd het onderdeel tijdrijden van de Sterksteman-competitie afgewerkt. De opkomst was teleurstellend, in tegensteling tot vorig jaar toen er 17 man aan de start stond. Nu hadden vijf deelnemers zich bij restaurant De Voetangel bij Ouderkerk a/d Amstel gemeld: Jan, Albert, Stan, Daan en Max. Max leek gezien het blessureleed van de (grote) winnaar van 2010 op voorhand de favoriet, Daan en Stan gevaarlijke outsiders. Van Albert werd niet veel verwacht. Albert is geen tijdrijder. Albert zit liever in andermans wiel, vindt het moeilijk om alleen te rijden. Uitvreter, potverteerder. De verwachting was dan ook dat Albert kansloos als laatste zou eindigen, zeker omdat er behoorlijk wat wind stond (alleen tegen de wind in fietsen vergt het vermogen om af te zien). Gelukkig voor Albert deed Jan mee. Jan was vroeger een gevreesde tempobeul, maar het vaderschap heeft zich ook bij hem in de benen genesteld en daar verwoestend huisgehouden.

Stan won. Eerder maakte ik Stan uit voor rassprinter: afwachten, geduldig in het wiel hangen, op het laatste moment versnellen. Ik heb me vergist. Stan kan ook in zijn eentje uitstekend afzien. Hij doet daarbij wat aan Erik Breukink denken. Aan Breukink kon je vroeger zien of hij een goede tijdrit had gereden. Als hij in vorm was hing het snot enkele vingers dik onder zijn neus bij het passeren van de streep. Geen fraai gezicht. Stan gaat verder: afzien krijgt een nieuwe dimensie gevormd door braaksel op bovenbenen. Overigens ook geen fraai gezicht.

De uitslag
1. Stan 24:59 (38,7 km/uur)
2. Max 25:22 (38,1)
3. Daan 26:57 (35,8)
4. Albert 28:26 (34)
5. Jan 29:28 (32.8)

donderdag 7 april 2011

Keuzes

Mannen houden van sport. Tenminste, een meerderheid van de mannen. Vraag aan een man wat hij het liefste doet op een regenachtige zondagmiddag en hij zal antwoorden dat-ie het liefst op de bank hangt voor de tv. Afstandsbediening in de hand, zak chips ernaast, samen met een cola of - liever nog, als het tijdstip het toelaat of niemand kijkt - een biertje. Wat er op tv is maakt niet veel uit, als het maar sport is en minimaal twee tot drie uur duurt. Formule 1, tennis, dat soort dingen. Ideaal is natuurlijk wielrennen, sport uitgevonden voor zondagmiddag op de bank. Wielrenwedstrijden zijn perfect. Bij de Formule 1 de climax meestal aan het begin: twintig auto's aan de start, allemaal tegelijk door bocht 1: garantie voor spektakel. Bij tennis is het saaier: dat wordt pas leuk als de tegenstanders aan het eind van de vijfde set niet meer kunnen lopen van vermoeidheid.

Nee, dan wielrennen. Wielrennen wordt perfect opgebouwd: een rustig begin om de tactieken te bespreken, een intermezzo met een vroege ontsnapping en een finale. Beste voorbeeld: de Ronde van Vlaanderen afgelopen zondag.

Als tijdverdrijf is het kijken naar wielrennen dus perfect. Wanneer moeten mensen (mannen) tijd verdrijven? Op regenachtige zondagen, maar ook door de week bij ziekte. De NOS zendt vrijwel uitsluitend in het weekend uit, de Tour daargelaten. Gelukkig is daar de Belg. Bijna alles wordt daar uitgezonden. In België wordt veel tijd verdreven.

In het Lucas Ziekenhuis zijn andere keuzes gemaakt. Animal Planet (voor als je net uit narcose ontwaakt), Lucas TV en drie (3!!) meditatiekanalen. Het beste meditatiekanaal ontbreekt. Geen Sporza, geen Scheldeprijs, geen Ronde van Baskenland. De dagen zijn lang, de nachten kort. Van tijdverdrijven moeten ze hier nog veel leren.


- Posted using BlogPress from my iPhone

zaterdag 2 april 2011

Het spreeuwen-gen

Niki Terpstra brak op donderdag 31 maart 2011 zijn sleutelbeen na een valpartij. Vreselijk natuurlijk, want hij was in vorm en zou aanstaande zondag mogelijk hoge ogen gooien tijdens de Ronde van Vlaanderen. Het breken van sleutelbenen valt bij wielrenners in de categorie 'bedrijfsongevallen', maar ook 'risico van het vak'.

De manier waarop Terpstra zijn sleutelbeen brak was nogal bijzonder. De meeste gebroken botten vind je als een pak wielrenners op elkaar is gereden en er een grote hoop ontstaat. Je hoeft meestal niet lang te zoeken tussen de verwrongen frames om een coureur met een hand onder zijn elleboog te zien zitten. Deze pose maakt de diagnose zeker, een diagnostische röntgenfoto is eigenlijk niet meer nodig. Terpstra brak zijn sleutelbeen tijdens de afsluitende tijdrit van de Driedaagse van de Panne-Koksijde. Geen collega's die niet opletten, die zitten te kletsen of die blijven haken in etenszakjes. Nee, gewoon 14 kilometer in je eentje, geen ander verkeer. Tamelijk ongevaarlijk zou je zeggen. Tegenstander was de wind, die hem van zijn fiets blies. Eigen schuld. Hij is natuurlijk veel te licht om bij windkracht 6 met een dicht achterwiel te fietsen.

Het is als je erover nadenkt nog opvallend hoe weinig er gevallen wordt, zeker gezien de snelheden, het aantal kilometers en de hoeveelheid renners in een peloton. Mogelijk hebben wielrenners toch een soort ingebouwd spreeuwen-gen. Als je vanaf maart omhoog kijkt, zie je soms prachtige zwermen van spreeuwen vliegen. Vliegen in een zwerm biedt bescherming tegen roofvogels. In Nederland is dat al mooi, maar in Scandinavië zijn de zwermen van een gigantische omvang. Spreeuwen botsen niet. Wetenschappers hebben uitgezocht dat dat komt doordat ze niet alleen voor zich uit kijken, maar (onbewust natuurlijk) ook rekening houden met en afstand houden van 6-7 spreeuwen in hun directe omgeving. Daar komt geen ingewikkelde activiteit van de (vrijwel afwezige) hersenschors van de spreeuw aan te pas.

Kan ook zijn dat spreeuwen minder last hebben van rotondes en verkeersdrempels.

De geschiedenis van mijn arme linkerschouder

1968 (jul) geboorte
1993 (dec) Tossy III acromio-claviculaire luxatie links (alle banden tussen sleutelbeen en schouderblad gescheurd)
2000 (apr) clavicula fractuur links (in 4 stukken na ski-ongeval)
2011 (mrt) clavicula fractuur links