Harry Koene

Mijn foto
Netherlands
Fietsfreak, mooi-weer fietser. Liefst bergop, maar op vlakke beter. Zelfbenoemd EPO-kenner

maandag 28 februari 2011

Ben ik een wielerliefhebber?

Mijn ideale zondag in het voorjaar ziet er als volgt uit: de dag begint stralend met een temperatuur van een graad of 20, de kinderen die pas om zeven uur wakker worden en een lekkere kop koffie. Daarna klim ik op de fiets om een uur of drie te knallen. Thuisgekomen ga ik op de bank liggen en zie het weer plots veranderen; waar het een minuut geleden nog zonnig en windstil was, zakt de temperatuur naar een graad of 5 en begint het vreselijk te waaien en stortregenen. De beentjes omhoog, televisie op de Belg, op tijd voor de voorbeschouwing van Parijs-Roubaix. De tv gaat om vijf uur pas uit.

Wielrennen is een fantastische kijksport. Het lijden, de strijd, de risico's: geweldig! Toch vraag ik me wel eens af of ik behoor tot de klassieke wielerliefhebbers. Naast een middagje Alpenetappe of een (hele) dag WK, smul ik van de dopingschandalen. Sommigen beweren dat het publiek zich zal afkeren van de wielersport als de dopingverhalen aanhouden. Ik betwijfel dat. Tuurlijk, in landen als Duitsland, zonder echte wielerhistorie, is de populariteit gedaald. Ik denk aan de andere kant ook dat het snowboarden als kijksport aan populariteit zal inboeten zodra Nicolien Sauerbrei met pensioen gaat.

Voor mij horen de schandalen erbij. Is het zelf beklimmen van de Hautacam niet mooier geworden, wetende dat Riis daar met een hematocriet van boven de 60 won? Zeker! En andersom, is de etappe-overwinning van Landis daags na zijn off-day in de Tour van 2006 nu een farce? Natuurlijk niet!

Doping maakt het wielrennen mooier, heroïscher en spannender. Ik ben dan ook fel tegenstander van het toestaan van doping, zelfs als dat onder medische begelieding gebeurt. De aanloop van het seizoen was dit jaar zelfs mooier dan ooit: clenbuterol in een biefstuk, een uit de school klappende Amerikaan en een nieuw epo-schandaal in Spanje. Hard fietsen, veel controleren en af en toe iemand betrappen. Zolang het maar over wielrennen gaat.

zondag 27 februari 2011

De dingen op een rijtje?

Op 26 februari werd de opening van het wielerseizoen gevierd. De coureurs hadden al wat vakantiewerk verricht in Australië, Qatar en Oman, maar het echte werk begon nu pas. De Omloop Het Nieuwsblad werd verreden in werkelijk afgrijselijke omstandigheden: wind, regen, kou. Alleen beesten als John Degenkolb hadden het aangedurfd met korte mouwen en korte broek te fietsen. De anderen fietsten in winterkledij: dikke handschoenen, overschoenen en zelfs mutsen waren gemeengoed.

Het was een prachtige koers, waarin Rabobank de tiende winst van het seizoen greep. Sebastiaan Langeveld sloop weg uit het peloton en reed op indrukwekkende wijze naar een comfortabele voorsprong. Alleen Flecha kreeg het voor elkaar om het gat te overbruggen, maar moest toch aan het kortste eind trekken op de finish.

Langeveld geldt al enige jaren als een groot talent. Toen hij nog bij Skil-Shimano reed gaf hij het nationaal kampioenschap aan Boogerd door kramp te simuleren, maar iedereen doorzag het spel: Boogerd had het met de toekomstige Rabo-renner op een akkoordje gegooid. De jaren daarna waren net wat minder voor Sebastiaan. Hij reed fraaie uitslagen, maar kon nooit een grote overwinning behalen. Tot zaterdag 26 februari 2011.

Tijdens het winnaarsinterview gebeurde er iets vreemds. Op de vraag van de interviewer hoe hij tot zijn overwinning was gekomen antwoordde hij het volgende: “Ik heb in de winter met een aantal mensen om me heen heel hard gewerkt om …..eeh....(..zucht..)... eeeh....alles op een rijtje te krijgen en er echt vol voor te gaan...”.

Wat?!?!

Ik dacht dat hij zou zeggen: “Ik heb afgelopen winter als een beest getraind, ben vijf kilogram afgevallen en was tot op het bot gemotiveerd. Bovendien hou ik van vies weer.” Nee hoor, hij had in de winter alles op een rijtje gekregen, met behulp van een aantal mensen. En hij moest erbij zuchten.

Ik ben geen psycholoog en kan mijn gevoel dus niet wetenschappelijk onderbouwen, maar als dit geen fraai eufemisme voor dopinggebruik is, eet ik een binnenband op.

vrijdag 25 februari 2011

Rit 1 N'gein

Vroeg op, donker, koud, wind, lekke band. Seizoen vandaag echt begonnen. De Tacx kan naar de opslag.

vrijdag 18 februari 2011

Waarom wielrenners nog steeds doping gebruiken

Riccardo Ricco: het meest recente voorbeeld van de staat van de huidige wielersport. Ricco werd enkele weken geleden met spoed opgenomen in een Italiaans ziekenhuis in verband met hoge koorts en kortademigheid. Kort na aankomst in het ziekenhuis verklaarde Ricco aan zijn behandelaren dat hij de dag ervoor zichzelf een transfusie had toegediend met bloed dat hij in zijn eigen koelkast had bewaard. Dat hij beweerde dat helemaal alleen te hebben gedaan laat ik hier even buiten beschouwing, hoewel het aanbrengen van een infuus bij jezelf zonder een bloedbad te veroorzaken een technisch hoogstandje moet worden genoemd. Ricco werd in 2008 geschorst in verband met gebruik van erythropoietine (EPO). Hij had in de Tour de France van dat jaar grote indruk gemaakt door met overmacht twee bergetappes te winnen.

Optimisten verkeren in de veronderstelling dat het gebruik van doping sinds de Tour de Dopage van 1998 sterk is afgenomen. Ze noemen de Ricco’s, Landissen en Basso’s incidenten. Een van de optimisten is verslaggever Maarten Ducrot, die al enkele jaren spreekt over Het Nieuwe Fietsen, een steeds lachwekkender klinkende uitspraak.

Het grootste probleem wordt gevormd door de kleine pakkans voor de dopinggebruiker. Toegegeven, er bestaan ‘out-of-competition’ controles en coureurs moeten hun ‘whereabouts’ maanden van tevoren vastleggen. Gebruik van doping wordt hiermee echter onvoldoende ontmoedigd onder meer doordat de gevoeligheid van de beschikbare tests suboptimaal is.

In februari 2010 verscheen in The European Journal of Applied Physiology (Borno et al.) een artikel waarin de huidige staat van het biologisch paspoort werd onderzocht. Een groep van 24 individuen werd behandeld met drie verschillende EPO-schema’s, waarna bloed zeer frequent werd onderzocht, gebruik makend van het de door de UCI geïmplementeerde testprogramma. Hierbij wordt niet alleen EPO gemeten, maar worden ook andere bloedwaarden onderzocht, zoals hemoglobine-concentratie en reticulocytengetal. Wat bleek: 10 van de onderzochte individuen (42%) ontsprongen de dans.

Dat lijkt nog aardig, maar in de niet-wetenschappelijke wereld worden coureurs veel minder frequent onderzocht. De gebruiker loopt een zeker risico, maar dat weegt niet op tegen het potentiële voordeel van gebruik. Bovendien injecteerden de onderzoekers de proefpersonen met vrij hoge doseringen EPO. De effecten van continue gebruik van lage doseringen (met af en toe een beetje bloed) werden niet onderzocht.

Met de komst van de EPO-metingen en het biologisch paspoort lijkt de situatie in het peloton sterk verbeterd ten opzichte van 1998, maar diegenen die denken dat Ricco een uitzondering is, leven in een droomwereld.