Harry Koene

Mijn foto
Netherlands
Fietsfreak, mooi-weer fietser. Liefst bergop, maar op vlakke beter. Zelfbenoemd EPO-kenner

zondag 30 augustus 2015

Cognitieve dissonantie

De wereldkampioenschappen atletiek zitten er op. Ik heb niet al te veel gezien, maar wat ik wel zag was vooral een freak show. Hoewel ik mezelf graag beschouw als een scepticus waar het op wielrenprestaties aan komt, moet ik nu bekennen dat ik - vrees ik - al mijn naiviteit heb verloren als het gaat om topsport in het algemeen.

Het ARD-BBC document dat vlak voor de wereldkampioenschappen bekend werd maakte gewag van een enorm dopingprobleem binnen de atletiek. Vroeger dachten we achteroverleunend dat dat toch vooral een probleem was van het Oostblok en dat het ongegeneerde gebruik van prestatiebevorderende middelen in het afvalputje was verdwenen met het vallen van de Berlijnse Muur. Dat de sprint vooral door Jamaicanen werd gedomineerd en de lange-afstandnummers vooral door Kenianen verklaarden we door een overigens onbekend, maar evident genetisch voordeel. Het feit dat in beide landen nauwelijks op doping wordt gecontroleerd en dat atleten in Kenia bij de zeldzame controles van tevoren worden gewaarschuwd schoven we terzijde. Blijf af van de atletiek, dat is een elegante en schone sport!

De 100 meter sprint werd 'verkocht' als een strijd tussen Goed en Kwaad. Usain Bolt vertegenwoordigt het Goede: supertalent, nog nooit positief bevonden, genetisch voordeel want van Jamaica. Tuurlijk, hij heeft trainers die bijbeunen als dopingkoeriers, maar zo'n sympathieke jongen, die is natuurlijk schoon. Het Kwaad was Justin Gatlin: langdurig geschorst geweest, korting gekregen wegens meewerken met de dopingspeurders en op zijn ouwe dag harder lopend dan ooit. Bolt - o Redder der Atletiek - won, Gatlin kreeg zilver. Ze omhelsden elkaar na afloop innig. De nummer 4 heb ik overigens niet horen klagen dat het missen van een medaille werd veroorzaakt door een sprinter die eigenlijk thuis op de bank had moeten zitten. Ik zou dat zelf nogal moeilijk te verteren hebben gevonden.

Dan Dafne Schippers. Frisse meid, sympathiek, supertalent, altijd al goed geweest. Journalist Henk Stouwdam in de NRC verklaarde haar goede presteren onder andere uit haar "enorme wil om te winnen" en - let nu goed op - haar "hekel aan verliezen". Juist. Het wordt tijd om sportjounalisten vanaf nu consequent slechts 'verslaggevers' te noemen. Stouwdam schreef overigens een zeer vermakelijk stukje over het lichaam van Schippers; erg de moeite waard als je met het verkeerde been uit bed bent gestapt.

Het probleem bij Schippers is dat ook ik niet wil geloven dat ze gedrogeerd is. Dat komt niet omdat haar prestaties erg geloofwaardig zijn, want dat zijn ze natuurlijk niet. De vierde tijd ooit, alleen Griffith-Joyner en Jones, twee dope-konijnen pur sang waren sneller. Nee, mijn geloof in haar komt door haar nationaliteit. Nationalisme is een eng ding, blijkt maar weer.

Ik probeer me ertegen te verzetten. Net zoals ik me verzet tegen het geloof in de zuiverheid van de overwinning van de ook zeer sympathieke Tom Dumoulin vandaag in de Vuelta. Tom is een tijdrijder die aardig bergop kan. Vandaag versloeg hij na zeer steile laatste kilometers onder anderen Quintana, Froome, Valverde en Rodriguez. Knappe prestatie, maar als een tijdrijder uit Rusland of Turkije de etappe had gewonnen was mijn uit chauvinisme geboren coginitieve dissonantie toch een stuk minder groot geweest.