Niemand houdt van tijdrijden. Het is ook vreselijk. Jezelf naar de sodemieter rijden, waarbij je pas na afloop weet hoe goed je het er vanaf hebt gebracht. De waarom-vraag stijgt in de eerste kilometer al op vanuit de verzuurde bovenbenen. De kunst is om de vraag ter hoogte van het ruggenmerg tegen te houden. Zodra de hersenschors bereikt is, stokt het tempo. Een journalist vroeg eens na afloop van een tijdrit aan Miguel Indurain of het lekker was gegaan. Miguel vond dat een extreem domme vraag: "Tijdrijden is nooit lekker, doet altijd pijn". Toch is tijdrijden de eerlijkste manier van wielrennen. Geen tactische spelletjes, geen verstoppertje spelen. Gewoon kijken wie de beste benen en het grootste hart heeft.
Afgelopen zaterdag 2 april werd het onderdeel tijdrijden van de Sterksteman-competitie afgewerkt. De opkomst was teleurstellend, in tegensteling tot vorig jaar toen er 17 man aan de start stond. Nu hadden vijf deelnemers zich bij restaurant De Voetangel bij Ouderkerk a/d Amstel gemeld: Jan, Albert, Stan, Daan en Max. Max leek gezien het blessureleed van de (grote) winnaar van 2010 op voorhand de favoriet, Daan en Stan gevaarlijke outsiders. Van Albert werd niet veel verwacht. Albert is geen tijdrijder. Albert zit liever in andermans wiel, vindt het moeilijk om alleen te rijden. Uitvreter, potverteerder. De verwachting was dan ook dat Albert kansloos als laatste zou eindigen, zeker omdat er behoorlijk wat wind stond (alleen tegen de wind in fietsen vergt het vermogen om af te zien). Gelukkig voor Albert deed Jan mee. Jan was vroeger een gevreesde tempobeul, maar het vaderschap heeft zich ook bij hem in de benen genesteld en daar verwoestend huisgehouden.
Stan won. Eerder maakte ik Stan uit voor rassprinter: afwachten, geduldig in het wiel hangen, op het laatste moment versnellen. Ik heb me vergist. Stan kan ook in zijn eentje uitstekend afzien. Hij doet daarbij wat aan Erik Breukink denken. Aan Breukink kon je vroeger zien of hij een goede tijdrit had gereden. Als hij in vorm was hing het snot enkele vingers dik onder zijn neus bij het passeren van de streep. Geen fraai gezicht. Stan gaat verder: afzien krijgt een nieuwe dimensie gevormd door braaksel op bovenbenen. Overigens ook geen fraai gezicht.
De uitslag
1. Stan 24:59 (38,7 km/uur)
2. Max 25:22 (38,1)
3. Daan 26:57 (35,8)
4. Albert 28:26 (34)
5. Jan 29:28 (32.8)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten