We staan met z'n allen aan de start. Nummers zijn opgespeld, paar rondjes warm gereden en nu wachten op de - altijd vrijwel identieke - instructies van de wedstrijdleiding. We stellen elkaar nog even gerust met gelogen opmerkingen voor gebrek aan training, recente verkoudheden, enzovoort. "Heren (en dames) renners! Vandaag 1 uur en 4-8 ronden, wel/geen premies. Hou het heel!" Iedereen trekt zich op het zadel en een kakofonie van pedaalklikken vult het startvak. Een fantastisch geluid.
Het verslavingszaadje wordt geplant zodra je twee a drie keer per week op de fiets zit, waarna abstinentie langer dan 4 dagen een onaangenaam gevoel veroorzaakt. Chagrijnig wakker, kortaf, snel geïrriteerd. De klachten verdwijnen pas weer als je het hart tenminste een uur weer boven de 150 slagen per minuut hebt laten galopperen. Midden in de midlifecrisis crisis probeer ik me wel eens een (verre) toekomst zonder fiets voor te stellen. Hoewel onvermijdelijk, lukt het me niet daarvan een scherp beeld te krijgen. Snel maar weer opstappen en de corticale activiteit van de hersenen met een potje stevige verzuring laten onderdrukken door het meer instinctieve limbische systeem.
Vandaag sprak ik een fanatieke ex-wielrenner. Of eigenlijk een ex-fanatieke-wielrenner. Je kent ze wel: altijd van huis, aanwezig bij elk clubwedstrijdje, duurtrainingen van meer dan zes uur in hartje winter. Eind jaren negentig overkwam hem een ramp. Hij werd ziek, raakte van de regen in de drup en moest afscheid nemen van de actieve sportbeoefening. Zijn gloednieuwe full-carbon racemonster, een cadeau van zijn echtgenote, bleef ongebruikt. Hij kwam bij me voor iets anders, maar het gesprek richtte zich al vlot op het wielrennen. Hoewel hij nuchter sprak over zijn verlies, hoorde ik zijn hart huilen. Hij vertelde hoe hij elk jaar zijn fiets uit de koffer haalde om 'm te ontstoffen, te poetsen en goed in het vet te zetten. Adviezen van zijn echtgenote om de fiets toch weg te doen werden begrijpelijkerwijs weggewuifd. Nog steeds is hij regelmatig te vinden op diverse wedstrijden in de omgeving. Hij komt altijd te laat. Niet door gebrek aan planning, maar het geklik bij de start kan hij niet verdragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten