Mijn ideale zondag in het voorjaar ziet er als volgt uit: de dag begint stralend met een temperatuur van een graad of 20, de kinderen die pas om zeven uur wakker worden en een lekkere kop koffie. Daarna klim ik op de fiets om een uur of drie te knallen. Thuisgekomen ga ik op de bank liggen en zie het weer plots veranderen; waar het een minuut geleden nog zonnig en windstil was, zakt de temperatuur naar een graad of 5 en begint het vreselijk te waaien en stortregenen. De beentjes omhoog, televisie op de Belg, op tijd voor de voorbeschouwing van Parijs-Roubaix. De tv gaat om vijf uur pas uit.
Wielrennen is een fantastische kijksport. Het lijden, de strijd, de risico's: geweldig! Toch vraag ik me wel eens af of ik behoor tot de klassieke wielerliefhebbers. Naast een middagje Alpenetappe of een (hele) dag WK, smul ik van de dopingschandalen. Sommigen beweren dat het publiek zich zal afkeren van de wielersport als de dopingverhalen aanhouden. Ik betwijfel dat. Tuurlijk, in landen als Duitsland, zonder echte wielerhistorie, is de populariteit gedaald. Ik denk aan de andere kant ook dat het snowboarden als kijksport aan populariteit zal inboeten zodra Nicolien Sauerbrei met pensioen gaat.
Voor mij horen de schandalen erbij. Is het zelf beklimmen van de Hautacam niet mooier geworden, wetende dat Riis daar met een hematocriet van boven de 60 won? Zeker! En andersom, is de etappe-overwinning van Landis daags na zijn off-day in de Tour van 2006 nu een farce? Natuurlijk niet!
Doping maakt het wielrennen mooier, heroïscher en spannender. Ik ben dan ook fel tegenstander van het toestaan van doping, zelfs als dat onder medische begelieding gebeurt. De aanloop van het seizoen was dit jaar zelfs mooier dan ooit: clenbuterol in een biefstuk, een uit de school klappende Amerikaan en een nieuw epo-schandaal in Spanje. Hard fietsen, veel controleren en af en toe iemand betrappen. Zolang het maar over wielrennen gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten