"Drs. Bram Brouwer is promovendus aan de Open Universiteit op het onderwerp De mythes van epo in de wielersport."
Dat stond onderaan het opiniestuk in de NRC van 24 juni jongstleden. Het was beter geweest als Brouwer onderaan het stuk had weergegeven wat
zijn achtergrond is (schaatstrainer, wielertrainer, later
organisatiepsycholoog) in plaats van het tonen van alleen zijn
doctorandustitel. Hij suggereerde nu een wetenschappelijke expertise op het gebied van de effecten van erytropoëtine die hij niet bezit.
Drs. Brouwer schreef dat er geen bewijs is dat erytropoëtine de prestaties verbetert en dat de Commissie Sorgdrager selectief geput zou hebben uit de beschikbare literatuur. Dat de Gewiss-ploeg in 1994 de Waalse Pijl domineerde met behulp van dr. Michele Ferrari en zijn EPO is volgens drs. Brouwer geen bewijs voor de werkzaamheid. De effecten zijn volgens hem minimaal, het effect zou tijdens de koers geheel wegvallen. Bewijs voor deze stelling wordt niet geleverd.
Brouwer haalt ook het onderzoek van Cohen (Leiden) aan, waarin deze stelt dat er onvoldoende bewijs is voor positieve effecten van EPO op het prestatievermogen van topwielrenners. Brouwer laat voor het gemak "...van topwielrenners" even weg en insinueert ten onrechte dat het effect van EPO op sportieve prestaties überhaupt niet zou zijn onderzocht. Een korte zoektocht door de medische database PubMed levert een sloot aan wetenschappelijke data op waaruit het tegendeel blijkt.
Eerder publiceerde de NRC een interview met Brouwer. Een wat warrig verhaal, waarin hij gek genoeg wel erkent dat doping de prestatie verbetert. Hij sloot zich bovendien toen aan bij het legioen relativisten die vinden dat ploegartsen de gezondheid van renners beschermen door EPO toe te dienen tijdens een drieweekse etappewedstrijd. Hij vergeet dat écht gezond advies zou zijn om de renner rust te laten nemen. Brouwer vertelt in het interview dat hij zijn onderzoek uitvoert door te kijken naar "de medische kant [..] en de
inspanningsfysiologie". Wetenschappelijk verontrustend is dat hij het als psycholoog niet nodig vindt de "details te kennen
van de specialismen" en dat hij "overal vandaan haalde wat [hij] nodig had".
Doctorandus Brouwer meent dat de Commissie Sorgdrager alles erger heeft gemaakt: door te stellen dat iedereen doping gebruikt(e), zouden de niet-gebruikers uitgelokt worden zich bij de vermeende meerderheid aan te sluiten. Sterker, hij is ervan overtuigd dat de commissie dit ook beoogt omdat haar bestaansrecht afhankelijk is van dopinggebruik. Daar moest ik van glimlachen.
Het bewijs dat EPO ook in de topsport werkt is - hoewel misschien niet per se wetenschappelijk of juridisch waterdicht - overweldigend. Mijns inziens zijn de belangen van Bram Brouwer, die zijn geld verdient in de sportpsychologie, groter dan de leden van de commissie Sorgdrager.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten